Besluit Risico Zware Ongevallen 1999 (BRZO’99)
Aanvullende Risico Inventarisatie en Evaluatie (ARI&E)
Veiligheidsstudies
Managementsystemen
ATEX
Vergunningen

Besluit Risico Zware Ongevallen 1999 (BRZO’99)

Het BRZO’99 is van toepassing voor bedrijven met gevaarlijke stoffen, in hoeveelheden boven de vastgestelde drempelwaarden, genoemd in het BRZO’99.

Indien bij uw bedrijf gevaarlijke stoffen in hoeveelheden boven de lage drempelwaarde aanwezig mogen zijn (op basis van de wet milieubeheer vergunning), gelden op basis van het BRZO'99 de volgende basisverplichtingen:

  • Kennisgeving aan het bevoegd gezag:
    Hierin worden gegevens over het bedrijf, het proces en de aard en hoeveelheid van de vergunde gevaarlijke stoffen beschreven. In de kennisgeving wordt aangegeven of het bedrijf de lage drempelwaarde of hoge drempelwaarde in het BRZO'99 overschrijdt.
  • Preventiebeleid zware ongevallen (PBZO):
    Hierin worden o.a. de algemene doelstellingen en uitgangspunten van het bedrijf met betrekking tot preventie van zware ongevallen, het beleid ten aanzien van verbetermaatregelen en de door het bedrijf toegepaste risico-beoordelingsmethodiek vastgelegd.
  • Veiligheidsbeheersysteem (VBS):
    Het Veiligheidsbeheerssysteem bevat o.a. procedures met betrekking tot “Communicatie”, “Identificatie van gevaren en beoordeling van risico’s”, “Beheersen van wijzigingen”, “Toezicht op de veilige uitvoering van de werkzaamheden”, “Werkvergunningen”, “Audits” en “Directiebeoordeling”. Ook het interne noodplan is onderdeel van de VBS verplichtingen. Het noodplan geeft een beschrijving van de BHV-organisatie, de beschikbare middelen bij calamiteiten, specifieke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij calamiteiten, communicatie tijdens calamiteiten, etc.
  • Actuele stoffenlijst per installatie, voor hulpdiensten.
  • Maatregelen (preventief en repressief).

Indien bij uw bedrijf gevaarlijke stoffen in hoeveelheden boven de hoge drempelwaarde aanwezig mogen zijn, gelden naast de verplichtingen voor laagdrempelige bedrijven de volgende aanvullende verplichtingen:
  • Noodplan:
    Elk BRZO’99 bedrijf is verplicht een intern noodplan op te stellen, te oefenen en te actualiseren op basis van de VBS verplichtingen. Voor hoogdrempelige bedrijven is dit specifiek vastgelegd in artikel 22 van het BRZO’99.
  • Veiligheidsrapport (VR):
    Hoogdrempelige BRZO’99 bedrijven moeten (minimaal 1 maal per 5 jaar) een Veiligheidsrapport (VR) indienen bij het bevoegd gezag. Het VR bevat:
    • Deel 1: Een beschrijving van het bedrijf, de organisatie, het Preventiebeleid en het Veiligheidsbeheerssysteem. Tevens bevat deel 1 een algemene korte beschrijving van de installaties, processen en utilities, de risico's die hiermee samenhangen en de aanwezige veiligheidsmaatregelen om calamiteiten te voorkomen, beperken en beheersen.
    • Deel 2: Gedetailleerde beschrijving per installatie, met o.a. een beschrijving van de generieke en specifieke veiligheidsmaatregelen. Per installatie of insluitsysteem: selectie en uitwerking van Loss of containment (LOC) scenario’s (noodscenario’s waarbij gevaarlijke stoffen kunnen vrijkomen) waarbij aangegeven wordt wat de getroffen maatregelen zijn om het scenario te voorkomen wat de effecten zijn en welke maatregelen getroffen zijn om de effecten te beperken / voorkomen. Uitwerking van scenario’s en de risicobeoordeling bij de scenario’s worden uitgevoerd in interactieve sessies met deskundige medewerkers van het betreffende bedrijf.
    • Deel 3: Analyses en uitwerkingen:
      Kwalitatieve risico analyse (QRA) en Milieurisico analyse (MRA) Een QRA geeft de berekende risicocontouren van het bedrijf, op basis van de aanwezige gevaarlijke stoffen en de van toepassing zijnde processen. De MRA geeft de effectafstanden met betrekking tot risico’s voor het milieu (water / bodem / lucht).

      Aangezien voor de Kwalitatieve risico analyse (QRA) en Milieurisico analyse (MRA) specifieke rekenprogramma’s nodig zijn, wordt dit deel van de opdracht niet door RiskCC uitgevoerd. De QRA en MRA worden door het bedrijf aangeleverd of in overleg tussen RiskCC en de opdrachtgever uitbesteedt aan een andere partij.
      Brandweerrapport (op basis van het “Besluit bedrijfsbrandweren”):
      Hierin wordt een selectie gemaakt van de maatgevende scenario’s voor de (bedrijfs)brandweer en wordt voor de maatgevende scenario’s een berekening gemaakt van de benodigde inzet en voorzieningen om het maatgevende scenario te beheersen tot externe hulpdiensten ter plaatse zijn. (Eventuele berekeningen van warmtestralingscontouren worden in opdracht van RiskCC uitgevoerd door een andere partij).
      Uitwerking van de rampbestrijdingsscenario’s.

  • Informatie uitwisseling met buren (indien aangewezen als veroorzakend Domino-bedrijf)
  • Bijgewerkte stoffenlijst voor een ieder te raadplegen
RiskCC kan ondersteuning bieden bij het invullen van deze verplichtingen en kan u desgewenst ondersteuning bij BRZO’99-inspecties door het bevoegd gezag.
Tevens kan RiskCC voor u een audit van het Preventiebeleid en Veiligheidsbeheerssysteem uitvoeren en concrete verbetermaatregelen voor hiervoor aandragen.

Bij de uitvoering van bovenstaande werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving o.a.:

  • Besluit risico’s zware ongevallen 1999;
  • Regeling risico’s zware ongevallen 1999;
  • Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 6 (PGS 6) “Aanwijzingen voor implementatie van BRZO 1999”;
  • NTA 8620 “Specificatie van een veiligheidsmanagementsysteem voor risico's van zware ongevallen”;
  • Werkwijzer BRZO (www.BRZO’99.nl).

Terug naar boven

Aanvullende Risico Inventarisatie en Evaluatie (ARI&E)

Op basis van het Arbeidsomstandighedenbesluit geldt voor bedrijven met brandbare, toxische of explosieve stoffen boven een vastgestelde hoeveelheid de “ARI&E-plicht”. Deze bedrijven zijn verplicht een Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO-document), een Veiligheidsbeheersysteem en een intern noodplan op te stellen en te implementeren (Zie toelichting onder BRZO’99). Daarnaast moeten deze bedrijven een ARI&E rapportage opstellen. De ARI&E rapportage bevat ondermeer:
  • Algemeen deel: Toelichting op de aanwijzingsgrond en de aangewezen installaties voor de ARI&E. Een beschrijving van het bedrijf, de organisatie, het Preventiebeleid en het Veiligheidsbeheerssysteem. Korte beschrijving van de installaties, processen en aanwezige noodvoorzieningen.
  • Specifiek deel: Gedetailleerde beschrijving per aangewezen installatie. Selectie en uitwerking van Loss of containment scenario’s (noodscenario’s waarbij gevaarlijke stoffen kunnen vrijkomen) voor de aangewezen ARI&E installaties, waarbij aangegeven wordt wat de getroffen maatregelen zijn om het scenario te voorkomen wat de effecten zijn en welke maatregelen getroffen zijn om de effecten te beperken / voorkomen. Uitwerking van scenario’s en de risicobeoordeling bij de scenario’s worden uitgevoerd in interactieve sessies met deskundige medewerkers van het betreffende bedrijf.
  • Plan van Aanpak: Net als voor een Arbo RI&E moet op basis van de bevindingen in de ARI&E een plan van aanpak met technische en organisatorische maatregelen worden opgesteld voor de geconstateerde knelpunten en verhoogde risico’s.
RiskCC kan voor u zowel het ARI&E-rapport als het bijbehorende PBZO, VBS en noodplan opstellen of u hierbij ondersteunen.

Terug naar boven

Veiligheidsstudies

Op basis van het BRZO’99 en de ARI&E-plicht zijn bedrijven die onder deze regelingen vallen verplicht om periodiek en bij wijzigingen in het bedrijf de veiligheidsrisico’s te identificeren en beoordelen. Hiervoor kan een veiligheidsstudie toegepast worden. Een veiligheidsstudie is een systematische methode om de veiligheidsrisico’s van de installaties en processen te identificeren en beoordelen.

RiskCC kan voor u optreden als facilitator / deskundige bij de uitvoering van veiligheidsstudies zoals een HAZOP studie, Bowtie en What-if analyse.

Terug naar boven

Managementsystemen

Zowel bij Veiligheidsbeheerssystemen als bij Arbo- en Milieuzorgsystemen (OHSAS 18001 en ISO 14001) kan RiskCC u ondersteuning bieden bij het opstellen en implementeren hiervan en bij de uitvoering van (periodieke) audits.

Terug naar boven

ATEX

Europese regelgeving met betrekking tot explosierisico’s (ATEX) is in Nederland geïmplementeerd in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Om aan deze regelgeving te voldoen worden de volgende stappen doorlopen:

Gevarenzone-indeling

Op basis van het Arbeidsomstandigheden besluit is de werkgever verplicht tot het opstellen van een gevarenzone-indeling. Hierbij wordt een gebied waar brandbare stoffen in grotere dan vastgestelde minimale hoeveelheden voorhanden kunnen zijn, ingedeeld in gevarenzones met betrekking tot explosiegevaar, om zo de toelaatbaarheid van ontstekingsbronnen te beoordelen. Indeling vindt plaats op basis van de NPR 7910-1 en NPR 7910-2, “Gevarenzone-indeling met betrekking tot ontploffingsgevaar – Deel 1: Gasontploffingsgevaar” en “Gevarenzone-indeling met betrekking tot ontploffingsgevaar – Deel 2: Stofexplosiegevaar”.

Onderliggende Europese regelgeving:

ATEX-95: EU-richtlijn 94/9/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.

De ATEX-95 richtlijn gaat in op de eisen die worden gesteld aan apparaten of beveiligingssystemen, die bedoeld zijn voor het gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen. Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd door middel van het ‘Warenwetbesluit Besluit explosieveilig materieel’ van 1 augustus 1995.

Explosieveiligheidsdocument

Daarnaast geldt op basis van het Arbeidsomstandighedenbesluit de verplichting tot het opstellen en bijhouden van een explosieveiligheidsdocument of een reeks van documenten die voldoen aan de in het besluit vastgelegde minimumvoorschriften. In een explosieveiligheidsdocument worden de gevaren in de gezoneerde gebieden, de bijzondere risico's die daaruit kunnen voortvloeien en de beheersing van deze risico’s beoordeeld en schriftelijk vastgelegd. Bij het opstellen van het explosieveiligheidsdocument wordt de publicatie AI-34 van de Arbeidsinspectie ‘Veilig werken in een explosieve atmosfeer’ (Sdu Uitgevers, 2004) als uitgangspunt gehanteerd.

Onderliggende Europese regelgeving:

ATEX-137: EU-richtlijn 1999/92/EG betreffende de minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen.

Plan van Aanpak:

Net als voor een Arbo RI&E moet voor het explosieveiligheidsdocument een plan van aanpak met technische en organisatorische maatregelen worden opgesteld voor de geconstateerde knelpunten en verhoogde risico’s.

RiskCC kan voor u zowel de gevarenzone-indeling als het explosieveiligheidsdocument opstellen of u hierbij ondersteunen.

Een explosieveiligheidsdocument is een aanvulling op de Arbo RI&E (Arbeidsomstandighedenwet artikel 5) en moet daarom net als de Arbo RI&E getoetst worden door een gecertificeerd deskundig persoon (op basis van de Arbowet, artikel 14). Toetsing vindt plaats door een onafhankelijke partij, dit kan door de arbodienst van het bedrijf, maar kan indien gewenst ook door RiskCC uitbesteedt worden aan een derde partij.

Terug naar boven

Vergunningen

Voor vergunningaanvragen werkt RiskCC samen met Stèsmi Milieu & Kwaliteitsadvies (www.Stesmi.nl)

Terug naar boven